Het Nederlands kent drie lidwoorden, namelijk twee ‘bepaalde’ lidwoorden en één ‘onbepaald’ lidwoord.
Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Het Grieks kent wel ‘bepaalde’ lidwoorden, maar geen ‘onbepaalde lidwoorden’. Het woord ‘een’ komt in het Grieks dus niet voor.
In de basis heeft het Grieks drie lidwoorden, namelijk één voor mannelijke woorden, één voor vrouwelijke woorden, en één voor onzijdige woorden. Afhankelijke van de Nederlandse vertaling, wordt er dus vertaald met ‘de’ of ‘het’.
Staat er in de Griekse tekst géén lidwoord, dan kan in veel gevallen het onbepaalde lidwoord ‘een’ in de Nederlandse vertaling worden ingevoegd
In het Grieks worden deze lidwoorden verbogen voor de verschillende naamvallen, én voor het enkelvoud en het meervoud. Zo is dus uit een Grieks lidwoord af te leiden of het om een enkelvoudig zelfstandig naamwoord of om een meervoudig zelfstandig naamwoord gaat.
Hieronder staat de volledige tabel met Griekse lidwoorden.