Het NT Grieks kent 9 soorten voornaamwoorden. De eerste vier worden op deze pagina schematisch weergegeven. Deze 9 soorten voornaamwoorden zijn er:
- Persoonlijk voornaamwoord
- Wederkerend voornaamwoord
- Wederkerig voornaamwoord
- Bezittelijk voornaamwoord
- Vragend voornaamwoord
- Aanwijzend voornaamwoord
- Onbepaald voornaamwoord
- Betrekkelijk voornaamwoord
- Nadrukkelijk voornaamwoord
Persoonlijk en wederkerend voornaamwoord
Het overzicht hieronder geeft het persoonlijk voornaamwoord en het wederkerend voornaamwoord weer.
Wederkerig voornaamwoord
Het schema hieronder toont het overzicht van de wederkerige voornaamwoorden (afgeleid van ἄλλος). De uitgangen zijn gelijk aan die van de zelfstandige naamwoorden op -ος, -η, -ον,
Naamval | Manlijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Betekenis |
---|---|---|---|---|
Genitivus | ἀλλήλων | ἀλλήλων | ἀλλήλων | van elkaar |
Dativus | ἀλλήλοις | ἀλλήλαις | ἀλλήλοις | aan/voor elkaar |
Accusativus | ἀλλήλους | ἀλλήλας | ἀλλήλα | elkaar |
Bezittelijk voornaamwoord
Hieronder staan de bezittelijke voornaamwoorden. Belangrijk om op te merken is dat voor de derde persoon, zowel enkel- als meervoud, de genitivus van de persoonlijke voornaamwoorden wordt gebruikt (αὐτος).
Enkelvoud/Meervoud | Persoon | Manlijk | Vrouwelijk | Onzijdig |
---|---|---|---|---|
Enkelvoud | 1 | ἐμός | ἐμή | ἐμόν |
2 | σός | σή | σόν | |
3 | αὐτοῦ | αὐτῆς | αὐτοῦ | |
Meervoud | 1 | ἑμέτερος | ἑμέτερα | ἑμέτερον |
2 | ὑμέτερος | ὑμέτερα | ὑμέτερον | |
3 | αὐτῶν | αὐτῶν | αὐτῶν |