Het Grieks van het Nieuwe Testament wordt ook wel het Koinè Grieks (ἡ κοινὴ διάλεκτος) genoemd. Letterlijk vertaald betekent dit ‘de algemene taal’. Een andere benaming is het ‘Hellenistische Grieks’, genoemd naar Hellas (of de Helleense Republiek), de officiële benaming van Griekenland.
De oorsprong van het Koinè Grieks ligt in verschillende Oudgriekse dialecten. De belangrijkste hiervan is het Attisch, dat zich al in de vierde en vijfde eeuw voor Christus verspreidde buiten de grenzen van Attica (Athene en omliggend gebied). Door de veroveringen van de Macedonische heerser Alexander de Grote in Azië en Afrika, gedurende de jaren 334 – 323 voor Christus, werden de Griekse cultuur en taal verder verspreid in het gebied rondom de Middellandse zee.
Op het moment dat de boeken van het Nieuwe Testament geschreven worden, in de eerste eeuw na de geboorte van Christus, is het Koinè Grieks de lingua franca van genoemd gebied.
Terug naar het Attisch Grieks. Het alfabet dat gebruikt werd in het Attisch was het ‘Ionische’ alfabet, één van de vele Oost-Griekse varianten van het Griekse alfabet die in omloop waren. Op haar beurt is het Griekse alfabet afgeleid van het Fenicische alfabet, dat in gebruik was bij het gelijknamige (Semitische) volk van de Feniciërs.
Het Fenicische alfabet is waarschijnlijk ontstaan vanuit het Proto-Kanaänitische Schrift, dat uiteindelijk voortkomt vanuit de Egyptische Hiërogliefen.
Het Grieks onderging, zoals bij de meeste volken, ook in het toenmalige Palestina invloeden vanuit de volkstaal. Een groot aantal Hebraïsmen komen voor in het Grieks van het Nieuwe Testament. Een bekend voorbeeld hiervan staat in Mattheus 27:46, als Jezus uitroept aan het kruis ‘ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI?’ Deze woorden staan ook letterlijk in de Hebreeuwse tekst van psalm 22:2:
אֵלִי אֵלִי לָמָה עֲזַבְתָּנִי
Ook komen er, onder invloed van de Romeinse overheersing in de dagen van Jezus, een aantal Latinismen voor, zoals Καῖσαρ (Latijn: Caesar, Nederland: keizer).
Hieronder is het ontstaan van het Grieks schematisch weergegeven.