Hieronder staat een schema met de diverse munten die in het nieuwe Testament voorkomen, inclusief de waarde ten opzichte van de andere munten. Zo was 1 Didrachme bijvoorbeeld evenveel waard als 256 Duit.
Ook staan er een aantal voorbeelden genoemd van teksten waarin de munten naar voren komen. Zoals te zien is gaan verschillende vertalingen er verschillend mee om, en is er geen (volledige) consistentie tussen de vertalingen. Het schema betekent dus niet het einde van alle tegenspraak, maar het geeft wel de grootste gemene deler weer.
Mattheüs 18:24
Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een die hem schuldig was tienduizend talenten (ταλάντων).
Volgens de kanttekeningen van de Statenvertaling was 1 talent 6.000 keer het dagloon van een arbeider, en wordt een ‘gemeen talent’ geschat op 600 gouden kronen.
Een talent was voornamelijk een gewichtsmaat, maar werd in combinatie met goud of zilver ook als monetaire waarde gebruikt.
Mattheüs 18:28
Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen (δηνάρια) schuldig was, en hem aanvattende, greep hem bij de keel, zeggende: Betaal mij wat gij schuldig zijt.
Kantt. SV: Een denarius was een stuk zilvergeld, wegende omtrent een drachme.
Markus 6:37
Maar Hij antwoordende zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan en kopen voor tweehonderd penningen (δηαρίων) brood en hun te eten geven?
δηαρίων wordt door verschillende vertalingen anders vertaald:
– Statenvertaling: penningen
– Lutherse Vertaling: penningen
– Leidse Vertaling: zilverlingen
– Vertaling van Prof. Brouwer: zilverstukken
– Vertaling van Petrus Canisius: tienlingen
– NBG: schellingen
Matthéüs 26:15
En zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen (ἀργύρια).
Markus 12:42
En er kwam een arme weduwe; die wierp twee kleine penningskens (λεπτὰ) daarin, hetwelk is een oord (κοδράντης).
λεπτὰ volgens verschillende vertalingen:
– Statenvertaling: penningen
– Lutherse Vertaling: penningen
– Leidse Vertaling: penningen
– Vertaling van Prof. Brouwer: penningskens
– Vertaling van Petrus Canisius: penningen
– NBG: koperstukjes
κοδράντης volgens verschillende vertalingen
– Statenvertaling: oord
– Lutherse Vertaling: oortje
– Leidse Vertaling: halve stuiver
– Vertaling van Prof. Brouwer: “(zoveel als een quadrant – een halven cent- )”
– Vertaling van Petrus Canisius: “dat is een vierling”
– NBG: duit
De kanttekeningen van de Statenvertaling geven een stuk uitleg hierbij:
Gr. kodrantes; van het Latijnse quadrans, dat is, een vierde part van een obool, welke was het zesde deel van een drachme zilver, welk zesde deel naar onze rekening is omtrent een stuiver, zodat een quadrans naar onze rekening is omtrent een oordje.
Mattheüs 5:26
Voorwaar Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning (κοδράντην) zult betaald hebben.
De kanttekening die hierbij staat zegt: “Gr. kwadrant, dat is, een oord, hetwelk was de minste munt die men gebruikte, omtrent anderhalve penning waard naar onze rekening.”
Hieruit blijkt dat de SV κοδράντη de ene keer vertaald met ‘oord’ (Mark. 12:42) en de andere keer met ‘penning’ (Matth. 5:26). Daarnaast wordt een δηαρίων ook wel ‘penning’ genoemd in de SV (Mark. 6:37).
Waarschijnlijk is het dat er twee soorten penningen waren: het zogenoemde ‘penningsken’ of ‘kleine penning’ (λεπτὰ) en de waardevollere δηνάρια, die ook ‘penning’ genoemd wordt. Dit blijkt ook uit bijvoorbeeld Matth. 26:15 (zie boven), waar gesproken wordt over ‘zilveren penningen’.
Mattheüs 10:29
Worden niet twee musjes om een penningsken (ἀσσαρίου) verkocht? En niet één van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
ἀσσαρίου volgens verschillende vertalingen
– Statenvertaling: penningsken
– Lutherse Vertaling: penning
– Leidse Vertaling: penning
– Vertaling van Prof. Brouwer: penning
– Vertaling van Petrus Canisius: penning
– NBG: duit