Basiswoordenschat

Onderstaande tabel geeft een aantal basiswoorden in het Grieks weer. De lijst geeft een eerste aanzet voor het leren van veel voorkomende woorden. Het is bedoeling om deze lijst op termijn uit te breiden.

GrieksNederlands
ἄγγελος, ὁengel, boodschapper
ἀγρος, ὁveld, akker
ἀλλήλωνelkaar
ἄλλοςander
ἁμαρτία, ἡzonde
ἀμήνamen, voorwaar
ἄνθρωπος, ὁmens, man, mensdom
αὐτόςhij, zij, het, zelf
βλασφημία, ἡgodslastering
γῆ ἡaarde
γράφη, ἡ(ge)schrift, Schrift
δέκαtien
διδάσκαλος, ὁonderwijzer
δύναμις, ἡkracht
δύοtwee
ἔσχατοςlaatst(e)
θεός, ὁGod, god
καθάzoals, gelijk
κακόςslecht
καρδία, ἡhart, binnenste
κατάnaar beneden, omlaag, ten nadele van
κόσμος, ὁwereld
λόγος, ὁwoord, Woord, boodschap
μέγαςgroot
μόνοςalleen, enkel
νόμος, ὁwet
παιδεία, ἡopvoeding, lering
παράnaast
πᾶςalle, elke
πρᾶγμα, τόdaad, feit
πρῶτοςeerst(e)
σοφία, ἡwijsheid
σύνmet, samen
φίλος, ὁvriend
φωνή, ἡstem, geluid
φῶς, τόlicht
χάρισμα, τόgift
χείρ, ἡhand
ψυχή, ἡadem, leven, ziel