Nederlandse woorden met Griekse oorsprong

Veel Nederlandse woorden hebben een Griekse oorsprong. Vaak gaat het om woorden die samengesteld zijn. Het herkennen van deze woorden kan een grote hulp en stimulans zijn om een Griekse woordenschat op te bouwen. In onderstaande tabel is een aantal van deze woorden gegeven.

Korte toelichting op het woord “asbest”

Asbest werd in de oudheid gebruikt voor lonten van zogenaamde ‘eeuwige vuren’ in heidense tempels, vanwege de eigenschap dat asbest niet brandbaar is (‘onuitblusselijk’). Het woord ἄσβεστος heeft daar haar betekenis van ‘onblusbaar, onvergankelijk’ van.

Het woord ἄσβεστος komt in het Nieuwe Testament 4 keer voor.
In het eerste geval gaat het om het kaf dat met onuitblusselijk vuur (πυρὶ ἀσβέστῳ) verbrand zal worden (Matth. 3:12, Luk. 3:17).
In het tweede geval is het de waarschuwing van Jezus dat het beter is met één hand of met één voet door het leven te gaan dan geworpen te worden “in de hel (τὴν γέενναν), in het onuitblusselijk vuur (πῦρ τὸ ἄσβεστον)” (Mark. 9:43,45).

Tabel

Nederlands woord afgeleid uit GrieksGrieks woord 1Nederlands woord 1Grieks woord 2Nederlands woord 2Vertaling Griekse woord(en)
agrarisch, agrariërἀγρος, ὁveld, akker
asbestἄσβεστοςonblusbaar, onvergankelijk
autoαὐτόςhij, zij, het, zelf
autograafαὐτόςzelfγράφη, ἡ(ge)schrift, Schriftzelf (eigen) geschrift
autonoomαὐτόςzelfνόμος, ὁwetzelf tot een wet
baptistβαπτίζωonderdompelen, baden, dopendoper
blasphemieβλασφημία, ἡgodslastering
catalogusκαθάzoals, gelijkλόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leergelijke woorden
catastrofeκατάnaar beneden, omlaag, ten nadele vanστρέφωdraaien, wenden, (om)kerenten nadele van wenden
charismaχάρισμα, τόgift
chiropractorχείρ, ἡhandπρᾶγμα, τόdaad, feitdaad met de hand
Decaloogδέκαtienλόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leerTien woorden, tien geboden
didactischδιδάσκαλος, ὁonderwijzer
duoδύοtwee
dynamo, dynamisch, dynamietδύναμις, ἡkracht
eschatologieἔσχατοςlaatst(e)λόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leerleer van de laatste (dingen)
filosofieφίλος, ὁvriendσοφία, ἡwijsheidvriend van de wijsheid
fotografieφῶς, τόlichtἡ γράφη(ge)schrift, Schrifthet schrijven van licht
geografieγῆ, ἡaardeἡ γράφη(ge)schrift, Schriftbeschrijving van de aarde
kakofonieκακόςslechtφωνήstem, geluidslecht geluid
logoλόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leer
logopedieλόγος, ὁwoord, Woord, boodschapπαιδεία, ἡopvoeding, leringopvoeding van/door/met het woord
mega-μέγαςgroot
monoloogμόνοςalleen, enkelλόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leeralleen het woord (hebben)
monotheïsmeμόνοςalleen, enkelθεός, ὁGod, godGod alleen
pantheïsmeπᾶςalle, elkeθεός, ὁGod, godgod in alle (dingen)
parallelπαράnaastἀλλήλων / ἄλλοςelkaar / andernaast elkaar, naast (de, een) ander
pragmatischπρᾶγμα, τόdaad, feit
proto-πρῶτοςeerst(e)
psychologieψυχή, ἡadem, leven, zielλόγος, ὁwoord, Woord, boodschap, leerleer van de ziel
Rhododendronῥοδέα (niet in NT)rozenstruikδένδρον, τόboomrozenboom
syntheseσύνmet, samenτίθημιzetten, plaatsen, leggensamen zetten, plaatsen
theologieθεός, ὁGod, godὁ λόγοςwoord, Woord, boodschap, leerWoord van God
theosofieθεός, ὁGod, godσοφία, ἡwijsheidwijsheid van god