Nederlandse woorden van Griekse oorsprong

Veel Nederlandse woorden hebben een Griekse oorsprong. Vaak gaat het om woorden die samengesteld zijn. Het herkennen van deze woorden kan een grote hulp en stimulans zijn om een Griekse woordenschat op te bouwen. In onderstaande tabel is een aantal van deze woorden gegeven.

Nederlands woord afgeleid uit GrieksGrieks woord 1Nederlands woord 1Grieks woord 2Nederlands woord 2Vertaling van het Grieks
logoλόγος, ὁwoord, Woord, boodschapboodschap
theologieθεός, ὁGod, godὁ λόγοςwoord, Woord, boodschapWoord van God
geografieγῆ, ἡaardeἡ γράφη(ge)schrift, Schriftbeschrijving van de aarde
logopedieλόγος, ὁwoord, Woord, boodschapπαιδεία, ἡopvoeding, leringopvoeding van het woord
Decaloogδέκαtienλόγος, ὁwoord, Woord, boodschapTien woorden, tien geboden
monoloogμόνοςalleen, enkelλόγος, ὁwoord, Woord, boodschapalleen het woord (hebben)
monotheïsmeμόνοςalleen, enkelθεός, ὁGod, godGod alleen
autoαὐτόςhij, zij, het, zelf
autograafαὐτόςzelfγράφη, ἡ(ge)schrift, Schriftzelf (eigen) geschrift
autonoomαὐτόςzelfνόμος, ὁwetzelf tot een wet
pragmatischπρᾶγμα, τόdaad, feit
charismaχάρισμα, τόgift
filosofieφίλος, ὁvriendσοφία, ἡwijsheidvriend van de wijsheid
theosofieθεός, ὁGod, godσοφία, ἡwijsheidwijsheid van god
mega-μέγαςgroot
dynamo, dynamischδύναμις, ἡkracht
duoδύοtwee
didactischδιδάσκαλος, ὁonderwijzer
agrarisch, agrariërἀγρος, ὁveld, akker
blasphemieβλασφημία, ἡgodslastering
parallelπαράnaastἀλλήλων / ἄλλοςelkaar / andernaast elkaar, naast (de, een) ander
kakofonieκακόςslechtφωνήstem, geluidslecht geluid
proto-πρῶτοςeerst(e)
eschatologieἔσχατοςlaatst(e)λόγος, ὁwoord, Woord, boodschapleer van de laatste (dingen)
pantheïsmeπᾶςalle, elkeθεός, ὁGod, godgod in alle (dingen)